Dojo etiquette – wie is wie?

In de dojo is een duidelijke vorm van etiquette zichtbaar. Deze vormen worden uitgedragen door de leraar en de leerlingen. Dit gaat over wie is wie en hoe ga je er mee om.

1. Wie is nu wie in de dojo? Wie heeft welke naam en wordt die naam ook gebruikt?

2. Hoe formeel gaat het er in onze eigen dojo aan toe en hoe gaat dat als je in een andere dojo te gast bent. Hoe gaat dat als je in Japan bent?

1A. De Dojo Cho

De leider in de dojo, vaak de oprichter en leraar wordt ook wel Dojo Cho genoemd. Het kan zijn dat iemand anders in de dojo de Dojo Cho is. Neem bijvoorbeeld de Hombu dojo in Japan. Daar is Moriteru Ueshiba (Doshu) geen Dojo Cho.

Deze rol wordt ingevuld door zijn zoon Mitsuteru.

1B. Wanneer is iemand een Sensei?

Sen – vertaalt zich als “eerste” of “voor hen”

 Sei – vertaalt zich als “leven”

Een letterlijke vertaling zou kunnen zijn: “iemand die voor jou heeft geleefd.”

Een leraar of een advocaat is ook een Sensei, iemand die kennis doorgeeft aan de generatie na hen. Het is een woord dat respect aanduidt. Het heeft niets te maken met het afleggen van een test maar meer met de relatie tot de ander. Bijvoorbeeld op basis van leeftijd of kennis van bepaalde zaken.

Sensei is een woord dat je niet zelf gebruikt. Degene die lesgeeft zal zichzelf aanduiden als leraar om zijn rol aan te geven. Anderen gebruiken het woord wel naar iemand toe. Als iemand bv voor een proefles komt kun je de leraar voorstellen als bv. Patrick Sensei of Patricia Sensei. Het woord Sensei gebruik je achteraan en daarmee geeft het een bepaalde vorm van respect t.o.v. de naam die er voor staat en daarmee dus de persoon die je voorstelt.

De Sensei is de vast lesgevende leraar in de dojo. De anderen die af en toe de les overnemen hebben niet het achtervoegsel Sensei.

Hoe ga je om met de Sensei tijdens de les?

In Japan is het gebruikelijk om de Sensei te begroeten als je de dojo binnenkomt. Je loopt er  naar toe en maakt een buiging en begroet de Sensei. In de dojo is het goed om de leraar even te begroeten en te laten weten dat je er bent. 

Tijdens de training komt het natuurlijk voor dat je vragen hebt of extra uitleg nodig hebt. Deze vragen kun je stellen aan de leraar. Wat je nooit doet is wuiven of roepen naar de leraar. Mocht de leraar in de buurt zijn of langs lopen kun je gebruik maken van de gelegenheid om een vraag te stellen. In japan doe je dat door te zeggen: sumimazen Sensei (Excuseer me), kan ik een vraag stellen? Daarmee dwing je de Sensei niet om antwoord te geven. Bijvoorbeeld “Sensei, ik heb een vraag.” Daar moet je dan wel op antwoorden. Bij de eerste versie kan de Sensei ook doorlopen om bijvoorbeeld met een andere techniek te starten. Het geeft ruimte aan de Sensei om te beslissen wat te doen op dat moment.

Stel nooit vragen aan iemand die bij je in de buurt staat te trainen. Daarmee dwing je die persoon om de rol van de Sensei over te nemen en dat is niet de bedoeling (en in Japan zelfs beschamend voor die persoon). Alleen de Sensei geeft les. 

1C. Wanneer is iemand een senpai

  Sen – vertaalt zich als “eerste” of “voor hen” (net als in Sensei)

Pai – vertaalt zich als “bondgenoot”

In de groep studenten is de senpai dus degene die er al was voor jou. Iemand met meer ervaring. Ze maken gewoon onderdeel uit van de groep. De Sensei staat buiten de groep. Je noemt jezelf nooit Senpai. Dat doen anderen.

Als jij korter traint dan iemand ben je t.o.v. die persoon de Kohei. 

Toch wordt het woord Senpai niet voor iedereen gebruikt. Het geldt voor de langst trainende, meestal dus de hogere dangraden, zij zijn de Senpai. Ze zijn herkenbaar aan hun dikke polsen, versleten dogi en uit elkaar vallende zwarte banden 😉 

Ook hier geldt dat je jezelf geen Senpai noemt, dat doen anderen.

1D. Hoe zit het met de banden?

In Aikido kent men Mudansha, de witte banders en de Yudansha, de zwarte banders. Eigenlijk laat je het daar bij, je verduidelijkt het niet door je graad te noemen behalve als je daarom wordt gevraagd (die vraag zal je in Japan nooit gesteld worden).

Op de mat zal duidelijk worden hoe het onderscheid is tussen de Mudansha onderling en zo ook bij de Yudansha. In de Westerse wereld wordt veel meer waarde gehecht aan de hoogte van de graden om onderscheid te maken tussen de mensen. Dit kan ook nut hebben. Zou je als potentiele nieuwe leerling een keuze moeten maken tussen scholen dan kan een verschil in dangraad die keuze makkelijker maken. Het zegt overigens niets over de kwaliteit van de leraar. Een lagere dangraad kan wellicht veel beter les geven dan een hogere. In andere krijgskunsten worden strepen genaaid op de band om het aantal dangraden aan te geven. Dat is in Aikido niet gebruikelijk. In sommige aikido scholen wordt het onderscheid ook wel kenbaar gemaakt door gekleurde banden. Iets dat je veel vaker ziet in krijgskunsten. Een witte band tot aan je zwarte band is eerder uitzonderlijk in de Martial Arts.

In Japan staan bekwaamheid en karakter boven behaalde titels.

2. Hoe gaat het nu bij Ima Juku

Ik stel me persoonlijk nooit voor als de Sensei, wel als de leraar. Op die manier is het voor nieuwe mensen wel duidelijk welke rol ik bekleed in de dojo. Als anderen mij Sensei noemen is dat geen probleem. “Arjan” is net zo prima!

Verder is ieder lid een leerling en daarin wordt geen onderscheid gemaakt. Wel is het zo dat er mensen zijn met een bepaalde rol (de assistenten, tevens de Senpai). Zij maken deze rol duidelijk door hun acties, bv het begeleiden buiten de mat of in de gaten houden of de nieuwe mensen niet alleen staan. De rol van de leraar op de mat is lesgeven. 

Hoe zijn de zaken geregeld in de dojo?

Alle genoemde onderwerpen horen op de mat thuis. In ons kleine Nederland zijn we gewend om overal met iedereen over van alles in discussie te gaan. Het poldermodel ten top. Dan is Japanse etiquette soms erg moeilijk om uit te voeren. Ik zeg niet dat wat ze in Japan doen beter is, we weten wel beter. Bij een Japanse krijgskunst horen nu eenmaal Japanse gebruiken. Ik ben van menig dat we dan ook moeten proberen om dit zo goed mogelijk toe te passen ook al is dat soms een uitdaging. 

Als je te gast bent

In een andere dojo kijk je ook goed hoe het gaat. Stel je altijd eerst voor aan de leraar en de Senpai (als je ze herkent) en aan de andere leden. Let goed op wanneer de les gaat beginnen en zoek je plekje bescheiden op. Probeer alles te doen zoals de leraar het doet, laat je eigen Aikido bagage thuis. Na afloop bedank je de leraar voor de les. Bedenk dat je met je bezoek representatief bent voor je eigen dojo.

Japan

En in Japan? Tja, daar moet je oppassen. Etiquettefouten worden daar veel zwaarder aangerekend dan hier. Het loont de moeite om je van te voren goed te verdiepen in de cultuur en gebruiken. Aan de andere kant is het ook weer niet zo’n punt. Gewoon goed opletten hoe anderen het doen en je niet direct op de voorgrond plaatsen. Bescheidenheid siert hier en dat zal je in dank worden afgenomen. Japanners schrikken sowieso altijd wel van onze uitbundigheid. Nadenken bij wat je zegt en doet is normaal gesproken ook best belangrijk. In Japan kun je dat zeker toepassen.

Ik hoop dat bovenstaande je enig inzicht verschaft in de Japanse etiquette die terug te zien is in onze geliefde krijgskunst Aikido. Laten we nieuwe mensen er in meenemen. Maar laten we bovenal ons zelf blijven op de mat, aangevuld met de gebruiken die op de mat thuishoren. Dat betekent dat we allemaal soms beter ons best moeten doen.

Arigato Gozaimashita.

Arjan de Vries, Ima Juku Dojo Cho

(192)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *